T : taurobolia - telchinia

taurobolia

Oorspronkelijk een stierenoffer, soms aan Athena, meermalen aan Artemis, gebracht. Bij den dienst van deze laatste schijnt het in de plaats der menschenoffers getreden te zijn. -
Een daarvan geheel verschillend offer waren de Taurobolia, die in den tijd van het verval van den romeinschen godsdienst, meestal met Kriobolia (offers van rammen) verbonden, in Italië gebracht werden. Zij stonden in verband met den dienst van
Rheia Kybele en Attis. Rheia was in de verwarde en onzuivere godsdienstige voorstellingen van dien tijd geworden de moeder van alle dingen en alle goden, en toch tevens eene maagd, die zelve geene moeder heeft gehad en naast Zeus op zijnen troon zetelt. Attis is haar lieveling; een tijd lang wordt hij haar ontrouw, doch daarna keert hij tot haar terug, verminkt zich ter harer eere en is als een verheerlijkte halfgod voor eeuwig met haar verbonden. Men liet zich in de geheimenissen van den dienst dezer godin inwijden om van de besmettingen van het leven gereinigd te worden, door een zoenoffer, dat als plaatsvervanger het bedreven kwaad op zich nam en door zijn bloed de schuld uitwischte. Wie de plechtigheid der inwijding onderging, moest in eene kuil gaan staan, welke met doorboorde planken bedekt was. Op die planken werd de offerstier gebracht, en daar werd hem het mes in de keel gestooten, zoodat het warme bloed nederkwam op dengene, die in den kuil stond. Meestal werd het met den mond opgevangen. Door dien doop met bloed werd men eene wedergeboorte deelachtig. Men kon de wijding der Taurobolia ondergaan voor zijn eigen heil, maar ook voor het welzijn van eene stad of van eenen ganschen staat. In den keizertijd was het gewoonte voor het heil des keizers zich aldus met bloed te laten doopen. Hoogstwaarschijnlijk zijn deze zonderlinge en walgelijke plechtigheden uit het Oosten naar Rome en naar Italië overgekomen. Te Rome bracht men die offers op den Vaticaanschen berg, juist op de plek, waar nu de kerk van St. Pieter staat. Zeer langen tijd heeft hun aanzien voortgeduurd. De bewijzen zijn gevonden, dat er nog in het jaar 390 onzer jaartelling Taurobolia zijn gebracht.

taurophonos (taurophonus)

Een bijnaam van Herakles. Deze sloeg eens den stier dood van eenen boer, die geweigerd had zijnen zoon Hyllos te eten te geven. De boer schold den held uit, en na dien tijd bleef het bij de inwoners der op het eiland Rhodos gelegen stad Lindos, in wier nabijheid het feit had plaats gegrepen, gewoonte op Herakles te schelden, als zij hem offers brachten.

taygete

De dochter van Atlas en Pleione, eene der Pleiaden. Zij was de bestendige gezellin van Artemis. Zeus vatte liefde voor haar op, doch om haar aan zijne vervolgingen te onttrekken, veranderde hare goddelijke meesteres haar in eene hinde. -
Eene andere legende evenwel verhaalde, dat zij Zeus wederliefde bewees, en hem twee zonen schonk,
Lakedaimon en Eurotas.

teiresias (tiresias)

Een beroemd waarzegger uit Thebe, de zoon van Eueres en Chariklo, uit het geslacht der Sparten. (Zie Sparten.) Hij bereikte eenen hoogen ouderdom, maar was reeds blind van zijn zevende jaar af aan. Die blindheid was veroorzaakt, doordat hij de geheimen der goden aan de menschen verraden had, of wel Athena had hem blind gemaakt, omdat hij haar gezien had, toen zij met zijne moeder zich baadde. De godin sprenkelde hem water in de oogen, en dit ontnam hem dadelijk het gezichtsvermogen. Chariklo bad echter Athena, dat zij haren zoon weder ziende zou maken. Dit vermocht de godin niet, maar zij versterkte zijn gehoor, zoodat hij de spraak der vogels kon verstaan en zij gaf hem eenen staf, waarmede hij gaan kon evenals de zienden. -
Eene andere legende verhaalt, dat hij eens op den berg Kyllene twee slangen gezien had, die zich om elkander kronkelden en met zijnen stok daarnaar slaande, hierop plotseling in eene vrouw was veranderd. Toen hij na zeven jaren die slangen wederzag en er weder naar sloeg, veranderde hij ook weder in eenen man. Nu gebeurde het eens, dat
Zeus met Hera twist kreeg over eene vraag, die Teiresias alleen in staat was te beslissen, omdat hij een tijd lang man, en een tijd lang vrouw geweest was. Hij werd als scheidsrechter ingeroepen en stelde Zeus volkomen in het gelijk. De godin, hierover vertoornd, strafte hem voor zijn antwoord met blindheid, doch Zeus gaf hem een leven zeven- of negenmaal zoolang als dat van andere menschen en de gave der voorspelling. -

Teiresias tegenover Oedipus


Teiresias was degeen, die de euveldaden van
Oidipus aan het licht bracht. Toen de zeven vorsten voor Thebe gelegerd waren, gaf hij aan de Thebanen den raad om zich dapper te verdedigen en beloofde hun de overwinning, zoo een van de afstammelingen der Sparten zijn leven vrijwillig wilde opofferen. Dit deed Menoikeus, de zoon van Kreon. Toen later de Epigonen de stad belegerden, was Teiresias ook degeen, die den raad gaf om vredesonderhandelingen aanteknoopen en ondertusschen de stad te verlaten. Zijne dochter Manto viel in handen der overwinnaars en werd aan Alkmaion als diens aandeel in den buit toegewezen. Zij baarde hem twee kinderen en werd vervolgens naar Delphoi tot Apollo gezonden, die haar ook zijne liefde schonk. (Zie Manto.) Toen de Thebanen uit Thebe vluchtten, stierf Teiresias, terwijl hij uit de bron Tilphusa dronk. Èn daar èn te Thebe beweerde men zijn graf te kunnen aanwijzen. Persephone was, zoo verhaalde men, hem zóó genegen, dat hij de eenige was onder de schimmen, die zijn verstand had behouden. Daarom zond Kirke, toen Odysseus haar verliet, dezen naar de onderwereld, opdat hij daar van Teiresias inlichtingen omtrent zijne verdere zwerftochten zou bekomen. Te Orchomenos in Boiotië had hij een beroemd orakel.

Odysseus raadpleegt Teiresias in de onderwereld

tekmessa (tecmessa)

De dochter van Teuthras, den koning van Phrygië. Door Aias, den zoon van Telamon, op een van diens strooptochten geroofd, werd zij zijne geliefde slavin. Zij baarde hem eenen zoon, met name Eurysakes.

telamon

De zoon van Aiakos, den koning van Aigina, en Endeis, de dochter van den Kentaur Cheiron. Door zijne moeder aangezet, doodde hij met zijnen broeder Peleus hunnen stiefbroeder Phokos. Toen hij hierop moest vluchten, kwam hij bij Kychreus, die op het eiland Salamis regeerde. Deze reinigde hem van de bloedschuld, die hij op zich geladen had, gaf hem zijne dochter Glauke ten huwelijk en liet hem bij zijnen dood het bestuur over Salamis na. Hij nam deel aan de Kalydonische jacht, aan den tocht der Argonauten en vergezelde Herakles op zijnen tocht tegen Troje en tegen de Amazonen. Met Herakles was hij zeer bevriend. Toen deze kort voordat zij te samen uittrokken, bij hem zijnen intrek genomen had, bad de held tot zijnen vader Zeus, dat deze aan Telamon, die nog steeds kinderloos was, eenen zoon mocht schenken. Spoedig daarop werd Glauke zwanger en baarde eenen zoon, dien zij Aias noemde. Herakles wikkelde het jonge kind in zijne leeuwenhuid en smeekte de goden, dat zij het kind zóó onwondbaar mochten maken als die huid ondoordringbaar was. En de goden verhoorden zijn gebed. -
Volgens eene andere overlevering was Aias evenwel de zoon eener tweede gade van Telamon,
Periboia of Eriboia geheeten. -
Bij de inneming van Troje wist Telamon de ijverzucht, die Herakles tegen hem opvatte, toen hij er in slaagde om vóór dezen de muren der stad te beklimmen, te doen bedaren, door hem het eerst te offeren als
Kallinikos. (Zie Kallinikos.) Bij de verdeeling van den buit werd aan Telamon de schoone Hesione, de dochter van den koning Laomedon, toegewezen. Zij trok met hem mede en baarde hem twee zonen, Teukros en Trambelos. -
Toen zijn oudere zoon Aias zich voor Troje van het leven had beroofd, en Teukros het bericht daarvan naar Salamis overbracht, werd deze door Telamon verstooten, omdat hij niet beter voor zijns broeders leven had gewaakt. -
De etrurische stad Telamon was, zoo beweerde men, naar hem genoemd, omdat hij daar op den Argonautentocht was aangeland.

telchin

De zoon van Apis, eenen koning van Sikyon. Hij wordt gezegd met zijnen broeder Thelxion Apis verhinderd te hebben om zich meester te maken van den Peloponnesos. Volgens sommige legenden zouden zij zelfs hunnen vader gedood hebben. -
De berichten omtrent deze gebeurtenis zijn zeer verward. Soms toch wordt Apis de zoon van Telchin genoemd. Het schijnt, dat de gansche legende van de plannen, die Apis tegen den Peloponnesos zou hebben opgevat en van de samenzwering door Telchin en Thelxion tegen hem gesmeed, betrekking heeft op den strijd, die er gevoerd is tusschen hen, die dieren als de symbolen der goden wilden vereeren en hen, die godenbeelden wilden invoeren.

telchinen

De oudste bewoners van het eiland Rhodos. Zij worden zonen genoemd van Thalassa (de Zee). Zij hebben met Kapheira, de dochter van Okeanos, Poseidon, den god der zee, opgevoed, die hun door zijne moeder Rheia ter opvoeding was toevertrouwd. Zij waren de uitvinders van de meeste handwerken en de eerste vervaardigers van metalen beelden. Hunne zuster Halia was de eerste, die de liefde van Poseidon genoot. (Zie Halia.) Daarom stonden ook hare broeders onder zijne bijzondere bescherming. Doch ook tot den dienst van Hephaistos schijnen zij in betrekking gestaan te hebben. Het waren eene soort van daimonen van denzelfden aard als de Korybanten en de Kureten. Men schreef hun de macht toe om onweders te doen ontstaan en te doen bedaren, en ook om allerlei gedaanten aantenemen. Zelfs hadden zij den naam van booze toovenaars. Daarom haatten en vervolgden de goden hen. Apollo verscheurde hen, na zich in eenen wolf veranderd te hebben, of doodde hen met zijne pijlen. Of wel Zeus liet sommigen van hen door eene overstrooming omkomen. -
Andere berichten daarentegen lieten hen het eiland Rhodos verlaten, juist omdat zij eene overstrooming voorzagen. Zij zouden zich deels in Sikyon, deels in Teumessos in Boiotië hebben nedergezet. -
Het schijnt, dat de Telchinen eene mythische voorstelling zijn van de allereerste beginselen van scheepvaart en scheepsbouw en van de handwerken, daardoor noodwendig in het leven geroepen. -
Zie verder
Lykos (4).

telchinia / telchinios (telchinius)

Een bijnaam van Hera en Athena en een bijnaam van Apollo, die zij droegen naar oude beelden, waarvan men beweerde, dat zij door de Telchinen waren vervaardigd. Zie het vorig artikel.