P : parnassides - peisandros

parnassides

Een bijnaam der Muzen, die op den Parnassos woonden.

parthaon

Ook Porthaon en Portheus genaamd, een zoon van Agenor en Epikaste, regeerde als koning over Pleuron en Kalydon in Aitolië. Bij zijne gemalin Euryte had hij onderscheidene zonen, waaronder Oineus.

parthenia

D.i. "de maagdelijke", een bijnaam van Artemis.

parthenopaios (parthenopaeus)

Een van de zeven vorsten, die tegen Thebe optrokken. Ook hij sneuvelde vóór die stad. Volgens de meest gewone overlevering was hij de zoon van Meleagros en Atalante. Zie Atalante (1) en Oidipus.

parthenos (parthenus)

(1) Eene der zusters van Hemithea of Molpadia. (Zie Hemithea.)
(2) De bijnaam van Pallas Athena, waarnaar haar beroemdste tempel, het Parthenon op de Akropolis te Athene, zijnen naam droeg. Deze bijnaam duidde haar aan als de "maagdelijke godin". Zie Athena.
(3) De grieksche naam van het sterrebeeld "de Maagd"; Erigone, de dochter van Ikarios zou namelijk onder den vorm van dat sterrebeeld aan den hemel geplaatst zijn. Zie Dionysos.

pasiphaë

De dochter van Helios en Perseïs, de zuster van Aietes en Kirke, de moeder van den Minotauros. Zie Minos.

Giulio Romano (1492 - 1546): Pasiphaë (Mantova, Palazzo del Tè)

pasithea

(1) Eene der Chariten. Zij werd door Hera aan Hypnos tot gade toegezegd.
(2) Eene der Naiaden, de gemalin van den Atheenschen koning Erichthonios, de moeder van Pandion.
(3) Eene der Nereïden.

patrii dii

Zie Penates.

patroklos (patroclus)

De vriend en wapenbroeder van Achilleus, de zoon van Menoitios, den koning van Opus, die tot de Argonauten behoord had, en Sthenele; hij doodde bij ongeluk eenen knaap met wien hij zich met het dobbelspel vermaakte. Om hem aan de wraak van diens vader te onttrekken, bracht Menoitios hem bij Peleus te Phthia, waar hij vriendelijk ontvangen en met den zoon des konings, Achilleus, opgevoed werd. (Zie Klysonymos.) Later volgde hij Achilleus naar Troje, doch viel aldaar, in de wapenrusting van zijnen vertoornden vriend gedost, na door Euphorbos gewond en weêrloos gemaakt te zijn, door de handen van Hektor. De Grieken bleven echter meester van zijn lijk, begroeven hem met veel pracht, en stelden lijkspelen ter zijner eere in. (Zie Achilleus.)

Menelaos met het lijk van Patroklos, Loggia dell' Orcagna, Florence

Gedurende den ganschen tijd, dat zijn lijk nog boven aarde stond, bewaarde Thetis, de moeder van Achilleus, het voor bederf door het met nektar en ambrosia te besproeien. Zijne asch werd later op het voorgebergte Sigeion bijgezet onder denzelfden grafheuvel, waaronder die van zijne vrienden Achilleus en Aias rustte. Zie Achilles.
Te München bevindt zich eene zeer beroemde beeldengroep, bekend onder den naam van Aigineten, die den strijd voorstelt, welke om het lijk van Patroklos gevoerd wordt. Deze groep heeft men in het jaar 1811 onder de puinhoopen van eenen Athena-tempel op het eiland Aigina, welks voorgevel daarmede versierd was, opgedolven.

paupertas

Eene personificatie der armoede. Zie Penia.

paventia

Eene godin, die aangeroepen werd, opdat de kinderen voor eenen plotselingen schrik zouden bewaard blijven.

pavor

Eene personificatie van den schrik, voor wien reeds koning Tullus Hostilius eenen tempel gebouwd had, waarin deze godheid gezamenlijk met Pallor, d.i. "de door vrees veroorzaakte bleekheid", vereerd werd. Het schijnt, dat Pavor afgebeeld werd als een man, wien de schrik op het gelaat te lezen stond met te berge gerezen haren.

pax

Eigenlijk eene personificatie van den rustigen en vreedzamen toestand van een land, later meer opgevat als eene tegenstelling tegen de godheden van den oorlog. Keizer Augustus richtte te Rome ter harer eer een altaar op, dat op het veld van Mars stond. Vespasianus († 79) bouwde haar eenen tempel, die onder de regeering van Commodus († 180) afbrandde. Zij wordt voorgesteld òf met een hoorn des overvloeds òf met een olijftak en een herautstaf (caduceus) in de hand, terwijl zij dan meestal hetzij een krans van korenaren op het hoofd heeft, of in hare andere hand korenaren houdt, of bezig is een hoop wapenen in brand te steken. Bij de Grieken heette de godin des vredes Eirene. Zie aldaar.

pedasos (pedasus)

Aldus heette een der paarden van Achilleus.

pegasides

De door den hoefslag van het paard Pegasos (Zie het volgend artikel.) ontstane bronnen, wier wateren eene dichterlijke geestverrukking deden ontstaan. Vandaar ook een bijnaam der Muzen.

pegasos (pegasus)

Het beroemde paard der Muzen, verwekt door Poseidon, den god der zee, bij Medusa, de eenige der drie Gorgonen, die sterfelijk was. Zijne geboorte geschiedde door een wonder. Want toen de held Perseus op zijnen tocht tegen de Gorgonen den kop der vreeselijke Medusa afgehouwen had, ontsproot Pegasos uit haar bloed, te gelijk met den reus Chrysaor. Ook zijne gedaante was wonderbaar; het was in zijne vormen een zeer schoon en edel paard, en aan zijne schouders van groote prachtige vleugels voorzien, waarmede het zich, snel als de wind, door de lucht bewegen kon.

Zijne betrekking tot de Muzen was voornamelijk door de schepping der bron Hippokrene of van eene andere bron, Aganippe, ontstaan, waaruit de Muzen en de dichters dronken met het doel om met eene hemelsche geestdrift bezield te worden. Zie haren oorsprong op het woord Hippokrene. -
De vlucht van Pegasos was eene symbolische voorstelling van de verhevene vlucht der denkbeelden, waardoor de mensch zich van al het aardsche losmaakte. Den Pegasos bestijgen zegt men spreekwoordelijk van dichters, die, al het aardsche vergetende, zich in hunne verhevene gedachten verliezen, en als het ware door eenen goddelijken geest bezield worden. -
Ondertusschen stond Pegasos geenszins alleen in den dienst der Muzen; het steeg dadelijk na zijne geboorte naar den Olympos op, om bij de onsterfelijke goden te wonen; het hield zijn verblijf in het paleis van Zeus, en droeg, aan diens goddelijken wagen gebonden, den donder en den bliksem. Later schonk Zeus het, op dier dringend verzoek, aan Eos, opdat zij daarmede des te vlugger en gemakkelijker haren dagelijkschen loop langs het firmament zou kunnen volbrengen. Eindelijk verhaalt de onder Bellerophon medegedeelde mythe, hoe Pegasos dezen held, tot gelukkige voltooiing van eenen allergevaarlijksten arbeid, voor eenigen tijd uit den hemel toegezonden werd, den stoutmoedigen ruiter de beste diensten bewees, maar hem ook eindelijk afwierp. Zeer dikwijls pleegden de beeldende kunstenaars Bellerophon met Pegasos voortestellen. Zie Bellerophon.

Bellerophon en Pegasos doden de Chimaira; beker uit Laconië, ± 570 voor Chr.

Het paard werd later onder de sterren geplaatst, en prijkt aan den hemel tusschen de sterrebeelden Andromeda en den Waterman.

peirene (pirene)

Eene zeer beroemde bron nabij Korinthe, die ontstaan was uit eene nymph van denzelfden naam, de dochter van Oibalos.

De huidige resten van de bron. Afbeelding gevonden bij http://www.sikyon.com/index.html

Door Poseidon bemind, schonk zij dezen twee zonen, waarvan de een, Kenchrias geheeten, door Artemis bij ongeluk werd gedood. Peirene beweende den dood van haren zoon onophoudelijk totdat de godin haar in eene bron veranderde, die haren naam kreeg. Het was bij deze bron, dat Bellerophon het paard Pegasos gevangen had, toen dit daar zijnen dorst wilde lesschen. -
Volgens eene van het bovenstaande geheel afwijkende legende had de bron Peirene haar ontstaan evenals de Hippokrene aan eenen hoefslag van Pegasos te danken.

peirithoös (pirithoüs)

De zoon van Zeus en Dia, die de gemalin van Ixion genoemd wordt. Hij wordt echter ook gezegd een zoon van Ixion zelven te zijn. Hij huwde met Hippodameia (?), meestal eene dochter van den Lapith Atrax genoemd, en noodigde op zijne bruiloft al de voornaamsten der Lapithen en der Kentauren.

De namen staan erbij: de vrouw heet hier Laodameia!

Een van deze laatste, Eurytion geheeten, wilde door wijn verhit en door de buitengewone schoonheid der bruid bekoord, haar schaken. Daardoor ontstond een heftige strijd tusschen de Lapithen, die tegen deze schending van het gastrecht opkwamen, en de Kentauren, die hunnen makker wilden bijstaan. (Zie Kentauren.) Die strijd duurde zóólang, dat op den dag, waarop de Kentauren voor goed de nederlaag leden, Hippodameia haren gemaal eenen zoon baarde, met name Polypoites. Deze sage schijnt van zeer oude dagteekening te zijn. -
Van lateren oorsprong is de mythe omtrent de vriendschap tusschen Theseus en Peirithoös. Zij hadden elkander leeren kennen, toen Peirithoös eens eene kudde van Theseus had weggevoerd. Dientengevolge hadden zij met elkander gestreden en elkanders kracht leeren bewonderen. Zoodoende waren zij vrienden geworden, en Theseus vocht dan ook op de bruiloft van zijnen vriend in de voorste rijen. Daarentegen hielp Peirithoös bij de schaking van Helena, die door Theseus naar Attika medegevoerd werd. Als loon daarvoor beloofde Theseus hem bij het verwerven van eene even schoone vrouw tot gade te zullen behulpzaam zijn. Beiden trokken dientengevolge naar de onderwereld om daar Persephone te schaken. Toen zij onderweg vermoeid waren gaan zitten, konden zij later niet meer opstaan. De god van de onderwereld wilde hen straffen door hen voor eeuwig vastteketenen. Theseus werd echter later door Herakles bevrijd. Volgens de meeste legenden beproefde deze echter te vergeefs ook Peirithoös te verlossen. Sommige verhalen melden, dat Hades Peirithoös door den helhond Kerberos liet dooden. -
Hij genoot te samen met Theseus vereering als heros te Athene.

peisandros (pisander)

(1) Een van de aanvoerders der Myrmidonen voor Troje.
(2) Een van de vrijërs van Penelope, die op den dag, dat Odysseus zijne wraak nam, gedood werd.
(3) Een der Trojanen, die bewerkten, dat de teruggave van Helena geweigerd werd. Hij viel onder de handen van Agamemnon.