E : eleutheria - enipeus

eleutheria

Een feest, dat ter eere van Zeus Eleutherios te Plataiai gevierd werd ter herinnering aan de bevrijding van Griekenland uit de hand der Perzen. De bij die stad door Pausanias en Aristeides behaalde overwinning werd door verschillende soorten van gymnische kampspelen gevierd en bijna alle staten van Griekenland zonden afgevaardigden tot bijwoning van dit feest. -
Ook de bewoners van het eiland Samos vierden een feest van denzelfden naam. -
Eindelijk heette ook zoo een huiselijk feest door vrijgelaten slaven ter herinnering aan hunne vrijmaking gevierd.

eleutherios

Bijnaam van Zeus en van Dionysos. Den eersten duidt hij aan als den bevrijder van boeien en slavernij, den tweeden als den bevrijder van zorgen.

elicius

Bijnaam van Iupiter. Koning Numa Pompilius bouwde voor Iupiter Elicius op den Aventijnschen berg eenen tempel, waarin geheime plechtigheden werden verricht. Elicius beteekent: "de naar beneden gelokte", en uit dien naam heeft men later willen opmaken, dat Numa den bliksem uit den hemel kon lokken, ja men is zoover gegaan van te beweren, dat de Etruriërs reeds met bliksemafleiders bekend waren geweest en Numa, of in het algemeen de Romeinen, het gebruik daarvan van hen hadden geleerd.

elisa / elissa

Een andere naam van Dido. (Zie Dido.)

elpenor

Een der makkers van Odysseus (Ulysses), die door Kirke in zwijnen veranderd werden. Toen hij zijne menschelijke gestalte terugbekomen had, sloop hij eens door den wijn bedwelmd, op het dak der woning van Kirke, viel er af en stierf. Odysseus trof hem in de onderwereld aan. Daar smeekte Elpenor hem dringend, dat zijne makkers hem toch begraven zouden, en toen hij op de bovenwereld teruggekeerd was, voldeed Odysseus aan dit verzoek.

elysion (elysium)

De verblijfplaats der zaligen. De voorstelling der ouden omtrent het Elysion hebben door de toenemende geestesontwikkeling en de vermeerderde kennis der aardrijkskunde natuurlijk groote wijzigingen ondergaan.
Bij Homeros voorspelt de zeegod
Proteus aan Menelaos, dat deze niet in zijn vaderland zal sterven, maar dat de goden hem zullen voeren naar de Elysische vlakte, gelegen aan den uitersten rand der aarde, waar de blonde held Rhadamanthys woonde en de menschen een rustig, zalig leven leidden, waar geen sneeuw was en geen regen maar de stroomen van den Okeanos door zachte Zephyrs eene voortdurende aangename koelte deden heerschen. -
Dit Elysion ligt dus niet in duistere oorden, maar in het heldere zonnelicht, derhalve aan deze zijde van den Okeanos, niet aan dien kant, waar zich de onderwereld bevindt. Of het een eiland is of niet, is uit de woorden van Homeros niet op te maken. -
De dichter Hesiodos spreekt van de eilanden der zaligen, waar de helden (heroën) in vreugde leven en de aarde jaarlijks driemaal vruchten voortbrengt. Volgens den dichter Pindaros lag op de eilanden der zaligen de burgt van
Kronos, die daar regeert en er woont met de bevrijde Titanen en al de onsterfelijke heroën, wier namen door de epische gedichten onsterfelijk waren gemaakt. Die eilanden liggen ver verwijderd van goden en menschen, er waait een koele luchtstroom, de boomen zijn beladen met bloemen, die schitteren als goud en de helden versieren zich daarmede, als zij luisteren naar de rechtvaardige uitspraken van Rhadamanthys, dien Kronos zich tot raadsman heeft uitverkoren. -
Rhadamant
hys had eene plaats in deze gelukkige oorden verkregen omdat hij de zoon was van Zeus en de broeder van Minos. Evenals zijn broeder werd hij als een wetgever en een bij uitnemendheid rechtvaardig man vereerd. Menelaos had zijne plaats in het Elysion daaraan te danken, dat hij, als de echtgenoot van Helena, de schoonzoon van Zeus was. Op die eilanden der zaligen waren ook Peleus, Kadmos en Achilleus, die er zijne plaats bekomen had, doordat zijne moeder Thetis Zeus had weten te bewegen, hem die gunst te verleenen. Niemand mocht overigens derwaarts komen, die niet driemaal in den Hades en op aarde eenen proeftijd had doorleefd en zich van elke misdaad rein gehouden had. -
Aan zulk een oord denkt Sokrates ook, als hij tot zijne rechters zegt, dat hij zich verheugt te zullen overgaan in een leven, waarin hij alle groote dichters en denkers van den voortijd zal aantreffen en met hen in zijne gesprekken het onderzoek naar de eindoorzaken aller dingen zal kunnen voortzetten. -
Het spreekt vanzelf, dat omtrent de juiste ligging van dit Elysion en deze eilanden der zaligen de meest uiteenloopende en tegenstrijdige voorstellingen gekoesterd werden.
Geheel anders is de voorstelling, die wij omtrent het Elysion bij den Romeinschen dichter Vergilius aantreffen. Deze laat zijnen held
Aeneas op de verblijfplaats der gelukzaligen aankomen, nadat hij den Tartaros (Zie aldaar.) met al zijne verschrikkingen geheel is doorgetrokken. De lachende dreven, die hij aanschouwt, hebben hunne eigene sterren en hun eigen zon. Daar vermaken zich de helden met kampspelen, met worstelen, met dans en zang. Daar zijn de oude helden van den grijzen voortijd alle bijeen. Daar zag Aeneas hunne speeren geplant en de paarden geheel opgetoomd vrij rondloopende over de weiden, want voegt de dichter er bij: "de zorg, die zij daarvoor koesterden bij hun leven, verlaat hen niet, nu zij in de aarde zijn begraven." Derhalve hier is de verblijfplaats der zaligen een oord geheel van de aarde afgescheiden, hier heeft men te doen met de schimmen der afgestorvenen, terwijl in het Elysion, zooals dit door de oudere dichters wordt beschreven, personen worden aangetroffen, die uit het gewone menschenleven plotseling zijn weggerukt en in eene andere omgeving verplaatst. Aeneas trof daar degenen aan, die in den strijd voor het vaderland hun bloed hadden gestort, priesters, die hun leven onbesmet van zonde hadden ten einde gebracht, heilige dichters, die de waardige tolken waren geweest van Phoibos Apollo en hen, die de menschelijke beschaving door hunne uitvindingen hadden verheerlijkt; allen zich badende in glans en heerlijkheid.

emathides

Zoo worden de negen dochters van Pieros genoemd, die zich voor bekwamer hielden dan de Muzen en daarom eenen wedstrijd met deze durfden aangaan. Zij werden aldus genoemd, daar haar vader koning was van Emathië (een deel van Makedonië). Eigenlijk moesten zij Piërides heeten, naar haren vader, doch deze naam wordt dikwijls aan de Muzen gegeven, hetzij omdat haar dienst door Piëros te Thespiai in Boiotië was ingevoerd, hetzij omdat die dienst in de nabijheid van den berg Olympos in het aldaar gelegen landschap Piërië zijnen oorsprong had gevonden. -
Tot straf voor haren overmoed werden de Emathides alle negen in eksters veranderd.

emathion

Een zoon van Tithonos en Eos. Hij was koning van Arabië en werd door Herakles gedood.

empusa

Een bloeddorstig spook, door Hekate uitgezonden. Men dacht zich ook wel meerdere Empusen. Zij verschrikten de reizigers en lokten onder de gedaante van schoone vrouwen de jongelingen tot zich om hun bloed uittezuigen en hun vleesch te verteeren.

enarete

Zie Aiolos.

enceladus

Zie Enkelados.

endeïs

De dochter van den beroemden Kentaur Cheiron, de gade van Aiakos, koning van Aigina. Zij baarde hem twee zonen Peleus en Telamon. Hetzij door eigen haat aangedreven, hetzij door Endeïs opgestookt, doodden deze hunnen stiefbroeder Phokos, den zoon van Aiakos en Psamathe, door eenen discusworp en moesten daarom uit Aigina vluchten.

endymion

Endymion (bas-relief, ca. 200 voor Chr.)

Een zeer schoon jongeling, dien de kuische maangodin Selene, of de later met haar geïdentificeerde Artemis, boven alle andere stervelingen uitkoos om hem met hare liefde gelukkig te maken. Volgens eenigen was hij een zoon van Zeus en leefde hij op den berg Latmos in Karië als jager of herder; volgens anderen had hij Aëthlios, koning van Elis, tot vader, en was hij door de godin uit zijn geboorteland naar Karië weggevoerd. Als Selene in haren zilveren wagen des nachts de grenzen van Karië bereikte, stapte zij af en ging naar den Latmos om den op zijn eenzaam leger gerust sluimerenden jongeling te kussen, die alleen door zijne trouwe honden bewaakt werd. Ook deze wachters deed Eros, die gewoon was de minnende godin met brandende fakkels te vergezellen, bij hare aankomst inslapen. Zwijgend naderde Selene dan den beminde, beschouwde hem in zalige verrukking, en drukte eindelijk bij het afscheid nemen eenen kuischen kus op zijne lippen zonder hem te wekken. Endymion evenwel, die in zijne sluimering de hoogste zaligheid smaakte, smeekte zijnen vader Zeus om de gunst eeuwig te mogen voortsluimeren, en daarbij eene eeuwige jeugd te mogen behouden, en deze stond hem die bede toe. -
Volgens anderen had hij bij Selene vijftig dochters, en wezen de Eleërs in hun land zijn graf aan. -
Eene derde legende meldde, dat hij, door Zeus op den
Olympos opgenomen, van liefde ontbrand was voor Hera, en dat Zeus hem tot straf daarvoor in eenen eeuwigen slaap gedompeld had.
Endymion is de personificatie van den slaap. Zijn naam beduidt: "de zacht bekruipende". De berg Latmos is: "de berg der vergetelheid."

Endymion in slaap (schilderij van Girodet-Trioson)

engonasi / engonasin

D. i. "de knielende", een sterrebeeld in het noordelijk halfrond, dat eenen knielenden man voorstelt met uitgestrekte armen, die in de ééne hand eene knods draagt en over den anderen arm eene leeuwenhuid. Men meende hierin Herakles te zien, op het oogenblik, dat hij den draak, die de appels der Hesperiden bewaakte, zou verslaan. Zeus vond deze door zijn zoon behaalde overwinning belangrijk genoeg om het aandenken daaraan aan den sterrenhemel te vereeuwigen. Dit sterrebeeld droeg ook de (latijnsche) namen van Ingeniculus en Nisus of Nixus.

enipeus

Een riviergod in Thessalië, die bemind werd door Tyro, de dochter van koning Salmoneus. De zeegod Poseidon, die liefde voor Tyro had opgevat, nam de gedaante van Enipeus aan en verwekte bij haar twee zonen Pelias en Neleus. -
Volgens anderen verleidde Poseidon, de gedaante van Enipeus aangenomen hebbende,
Iphimedeia, de gade van Aloeus, en verwekte bij haar twee zonen Otos en Ephialtes.