SAPPHO
Nòg staat haar voetstap in het
gouden zand
en in de purp'ren branding wordt gesproken
met hàre stem - hel, in de val gebroken -
de donk're omslag ruisend langs het strand.
Zij ging de zware gang: van het
praegnant
begin, de vlam van drift ontstoken,
tot strenge en kuise arbeid en beloken
beluist'ren van een goddelijk verband.
Dit maakt ons ademloos bij haar
geluid
wanneer het stijgt, of donker zingt en klaagt;
het leven zelve beeft in deze toon.
Zoals de zee, die om dit eiland
sluit,
verlangens oerzang naar de kusten draagt. -
Er is geen scheiding in hun beider schoon.
Ida Gerhardt.
Uit: Verzamelde gedichten.
Amsterdam, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1980.
|