GEORGICA
Labor improbus
Ik ben een tuinman, niets dan
dat,
met aarde en met mest bespat;
ik buig mij neer, ik richt mij op,
ik klem de schoffel en de schop.
Ik wied, ik volg mijn diepste
wet
als ik de naakte zaailing zet;
ik richt mij op, ik buig mij neer.
Een tuinman ben ik en niets meer.
Ga ik met donker stram naar
huis,
de pijn spaart schouderblad noch kruis.
Ik waak nog als ik rusten mag.
Mijn land, mijn land: het is kort dag.
Delft straks uw spa voor mij de
wig,
vergeet waar ik geborgen lig.
Voorbij mijn moeite, nood en pijn
moet er een tuin van sterren zijn.
Ida Gerhardt.
Uit: Verzamelde gedichten.
Amsterdam, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1980.
|